Simon Rozendaal
Schrijver, wetenschapsjournalist, chemicus, vooruitgangsoptimist. Op deze site hou ik u op de hoogte van mijn artikelen, boeken, lezingen en media-optredens.
Bereikbaar via info@simonrozendaal.nl
Aandacht nieuwe boek
Op Wynia’s Week – tv en podcast – interviewde Coen de Jong me over mijn nieuwe boek ‘Paniek om niets‘, over de meetrevolutie die ons de stuipen op het lijf jaagt en over hoe sommigen (Greenpeace en co) daar misbruik van maken.
Op zondag 26 januari vertelde ik in Café ’t Pakhuys In Rotterdam-Delfshaven over mijn boek ‘Paniek om niets’.
Artsenblad Medisch Contact over ‘Paniek om niets’: ‘Hij legt goed uit. Bovendien heeft hij een brede blik en maakt relevante uitstapjes naar de geschiedenis van het getal nul, en naar historische figuren als Paracelsus en Erasmus’.
C2W, het vakblad voor chemici, had een recensie van ‘Paniek om niets’. ‘Je leest met een glimlach hoe hij paniekberichten fileert. Paniek om niets overtuigend tegengas aan het heersende doemdenken.’
Bij het Belgische webmagazine Doorbraak is ‘Paniek om niets‘ het boek van de week en tegen een gereduceerd tarief verkrijgbaar.
Recensent Wannes Bok: ‘Rozendaal schetst een helder en verrassend perspectief. Hij laat zien hoe onze meetdrang niet alleen inzicht geeft, maar ook angst kan voeden. Daarin onderzoekt hij of de almaar gevoeligere meetapparatuur waarover we beschikken ons écht vooruit helpt. In zijn boeiende betoog neemt Rozendaal ons mee in een paradox: terwijl onze leefomgeving steeds schoner en veiliger wordt, lijkt onze focus op risico’s en schadelijke stoffen groter dan ooit.’
Het Reformatorisch Dagblad had in december een recensie van mijn boek ‘Paniek om niets‘. ‘Al met al slaagt Rozendaal er tamelijk goed in de getallenbrij inzichtelijk te maken voor zijn doelgroep, de „lerares Frans”, die in zijn paperback model staat voor alle niet-bèta’s. Vooral ook de vele herkenbare voorbeelden waarmee hij zijn betoog illustreert, maken het boek vlot leesbaar.’
De Belgische website Doorbraak had een eindejaarsinterview met me. ‘Langdurige angst voor PFAS is mogelijk schadelijker dan de stof zelf.’
Op webmagazine Wynia’s Week heeft Hans van Willigenburg een artikel over ‘hit pieces’, mede naar aanleiding van de recensie in NRC van mijn boek ‘Paniek om Niets‘.
NRC had op 30 november een uiterst negatieve en soms zelfs ietwat rancuneuze recensie over mijn nieuwe boek ‘Paniek om niets‘.
Op YouTube-kanaal De Nieuwe Wereld had journalist Jurgen Tiekstra een uitgebreid gesprek met mij over mijn nieuwe boek ‘Paniek om niets‘, wat het behelst en waarom ik het heb geschreven.
Op zaterdag 9 november werd ik door Chris Vemer geïnterviewd over mijn nieuwe boek ‘Paniek om niets‘ op Radio Rijnmond, vanaf 42 minuten.
Op Wynia’s Week is Joost Schepel, advocaat en voormalig eigenaar van reisbureaus, in een stuk over de waterkwaliteit en de waternormen heel positief over ‘Paniek om niets‘: ‘Ik ben geen chemicus en beveel voor iedere niet-deskundige het onlangs verschenen boek Paniek om niets van Simon Rozendaal aan. Rozendaal is wél chemicus en bovendien wetenschapsjournalist.’
In de Volkskrant van 4 oktober had wetenschapsjournalist Maarten Keulemans een groot interview met me over mijn nieuwe boek ‘Paniek om niets‘.
Reactie op NRC-recensie
Op 27 november 2024 publiceerde NRC een recensie van mijn boek ‘Paniek om niets’. Met die recensie was iets raars aan de hand.
Je zou verwachten dat in een recensie wordt gemeld waar het boek over gaat en wie de auteur is. Welnu, in deze recensie wordt wel gemeld dat het boek over de meetrevolutie gaat, dat daardoor de concentraties aan gifstoffen extreem laag zijn en dat de angst daarvoor in geen verhouding staat tot het risico. Niet gemeld wordt dat in het boek staat dat de milieuvervuiling in Nederland grotendeels is verdwenen. Niet dat in het boek de vraag wordt gesteld of kankerverwekkende stoffen eigenlijk wel kanker veroorzaken. Niet gemeld wordt dat het boek uitgebreid ingaat op de risico’s en de toxiciteit van pesticiden. Niet dat het boek de fascinerende theorie (hormese genaamd) aanstipt dat een klein beetje ‘gif’ misschien wel gezond is. Niet dat het boek is opgedragen aan de zestiende-eeuwse wijsgeer Paracelsus die schreef: gif bestaat niet, het is de dosis die bepaalt of iets giftig is of niet.
Het belangrijkst is misschien nog wel dat ik in mijn boek collega-journalisten oproep om concentraties en normen in procenten uit te drukken en niet in bijvoorbeeld microgrammen PFAS per kilo grond of liter water. De meeste mensen begrijpen ongeveer wat procenten zijn en wanneer een norm aldus wordt uitgedrukt (zoals: er mag niet meer dan 0,000 000 08 procent PFAS in het baggerslib zitten), dan neemt deze informatie onterechte ongerustheid bij mensen weg en dat lijkt me een belangrijke maatschappelijke taak voor de journalistiek.
Een recensie kan natuurlijk nooit volledig zijn, maar hier wordt wel heel veel weggelaten.
Ook over de auteur trouwens. Er werd aanvankelijk slechts gemeld dat ik ‘wetenschapsjournalist’ ben. Niet waar ik dat nobele beroep uitoefen en dat ik tegenwoordig columnist bij weekblad EW ben. Niet dat ik negen jaar wetenschapsredacteur (en ook nog even chef verslaggeverij) bij NRC Handelsblad ben geweest en als zodanig zelfs aan de wieg van die zelfde wetenschapspagina’s heb gestaan, waarop ik nu zo afgebrand word. Er werd aanvankelijk zelfs niet gemeld dat ik een afgestudeerd chemicus ben, wat toch niet onbelangrijk is bij een boek dat over de risico’s van chemische stoffen gaat. Pas nadat ik redacteur Aan de Brugh daarop wees (hij had me – keurig! – de concepttekst toegestuurd), werd dit toegevoegd.
De recensie was erg negatief, bijna een hit piece. Het stond bijvoorbeeld haaks op wat eind september in diezelfde NRC stond. Toen wijdde NRC-columnist en emeritus-hoogleraar voedingsleer Martijn Katan in zijn column een behoorlijk positieve recensie aan mijn boek.
Katan was eigenlijk van plan om een boek te schrijven met de titel Een beetje gif kan geen kwaad. Na lezing van mijn boek zag hij daarvan af. Citaat: ‘Rozendaal sluit af met de conclusie: „Een beetje gif is goed, een beetje gif is gezond.” Dat gaat mij te ver. Hij is ook minder grondig met bronnen en cijfers dan ikzelf zou zijn. Anderzijds schrijft hij een stuk sappiger dan ik en met wat hij betoogt over de imaginaire gevaren van minieme beetjes chemicaliën ben ik het eens. Dat boek van mij hoeft dus niet meer. Dat scheelt weer!’ In de recensie die Marcel aan de Brugh twee maanden later schreef wordt geheel niet gerefereerd aan die eerste positieve recensie annex column.
Aan de Brugh gaat voortvarend aan de slag om mijn stellingen te ondergraven. Hij begint met de stelling dat er ‘drukte om niks’ zou zijn en verwijst dan naar schattingen van het RIVM dat milieuverontreiniging nog steeds 4,5 procent van de ziektelast in Nederland veroorzaakt. Dat is weliswaar minder dan tien jaar geleden, toen het nog 6 procent was, maar geen niks.
Voor alle duidelijkheid, dit zijn vermoedens. Schattingen op basis van computermodellen van het RIVM. Er zijn geen artsen die in hun diagnose stellen dat iemand astma heeft ten gevolge van de luchtvervuiling. Ook de milieubeweging baseert zich vaak op deze computermodellen.
De cijfers over concentraties en emissies wijzen evenwel uit dat de milieuvervuiling in Nederland lager is dan in vele decennia en soms zelfs eeuwen. In mijn boek noem ik die cijfers, die mijn analyse dat het om vrijwel niets gaat onderbouwen. De vervuiling met zwaveldioxide (SO2) bijvoorbeeld is in steden als Rotterdam afgenomen van 200 microgram jaargemiddeld vijftig jaar geleden tot 1 à 2 nu. Ook op de alom als betrouwbaar beoordeelde website Our World in Data (gelieerd aan de universiteit van Oxford) wemelt het van de cijfers en grafieken waaruit blijkt dat de vervuiling in de Westerse landen spectaculair is gedaald. De fijnstofvervuiling (SPM, suspended particulate matter) is nu in steden als Londen maar ook in Nederland lager dan hij in driehonderd jaar is geweest. Dit soort buitengewoon bemoedigende cijfers en grafieken zijn overigens nog nooit in de NRC te lezen geweest.
Verder schrijft Aan de Brugh dat het niet klopt dat door de meetrevolutie de normen steeds strenger worden want die normen worden opgesteld aan de hand van dierproeven. Dûh. Natuurlijk is dat zo. Iedereen die over dit gebied schrijft, weet dat normen op dierproeven zijn gebaseerd. Daar heb ik in diverse artikelen en ook in diverse boeken aandacht aan besteed. Maar wát die proeven meten, wordt beïnvloed door de meetrevolutie. In de jaren zestig, toen analytisch chemici nog geen ppb’s (parts per billion, delen per miljard) en ppt’s (parts per trillion, delen per biljoen) konden meten, werden de dierproeven daar dus niet mee uitgevoerd. Dus indirect heeft de meetnauwkeurigheid een sturende invloed op zowel de accuratesse van dierproeven en dus de strengheid van normen.
Wie kaatst, moet de bal verwachten. In mijn boek verwijt ik veel journalisten en zelfs wetenschapsjournalisten dat ze een doorgeefluik voor Greenpeace en co zijn. Ik noem in dat verband Marcel aan de Brugh niet, maar het is niet ondenkbaar dat hij zich aangevallen voelde (vaak zit er weinig licht tussen het standpunt van Aan de Brugh en dat van de milieubeweging) en daarom zo’n hit piece schreef. In het boek loof ik emeritus-hoogleraar toxicologie Martin van den Berg wel voor een stuk dat hij eerder in NRC had geschreven maar merkte aan het eind, in de bibliografie, wel op dat Van den Berg in de ogen van sommige chemici op hol was geslagen bij een zaak tegen een lelieteler in Limburg. In dat verband citeer ik chemicus Jaap Hanekamp die schreef dat Van den Berg ‘zich diep academisch moet schamen.’ Wellicht dat die kritiek bij Van den Berg in het verkeerde keelgat is geschoten en dat hij daarom aan de NRC meldt ‘dat het onbenul’ bij mij zit – terwijl hij moet weten (hij stelt mijn boek te hebben gelezen) dat ik chemicus ben, al bijna vijftig jaar over de risico’s van chemische stoffen schrijf en het boek ook nog eens opdraag aan de grondlegger van de toxicologie, Paracelsus.
Het bizarre is dat er weinig licht zit tussen het standpunt van Martin van den Berg en dat van mij over chemische risico’s. Op 21 februari 2024 schreef Van den Berg in NRC een stuk met als titel ‘Giftig, zeker, maar dosering is alles’.
Daarin stelt hij dat er een meetrevolutie is geweest, dat de dosis bepaalt of iets giftig is of niet en dat het publiek en de media ervoor moeten waken dat de angst voor chemische stoffen niet met ons aan de haal gaat. Dat is ongeveer de samenvatting van mijn boek!
Probleem is natuurlijk ook dat veel mensen, en ook deskundigen, hun brood verdienen met de risico’s van de chemie. Zoals een andere toxicoloog, Jan Koeman, ooit zei: ‘vooralsnog verdienen er meer mensen aan het milieu dan er onder lijden.’
Tenslotte maakt Aan de Brugh veel werk van sociaal-psychologisch onderzoek naar de angst voor chemicaliën. Hij stelde me per mail de vraag of ik die literatuur ken en ik antwoordde eerlijk dat ik die literatuur niet zo goed ken maar dat ik als observeerder en ervaringsdeskundige al vijftig jaar merk dat de angst voor alle dat ‘chemisch’ heet sterk aan het toenemen is. In het boek verwijs ik bijvoorbeeld naar de opkomst van ‘biologisch’ voedsel dat zich sterk profileert als niet-chemisch. Ik had ook kunnen verwijzen naar de recente toename van het aantal ongewenste zwangerschappen, die volgens veel deskundigen verwijst naar een zekere ‘hormonofobie’ – een angst voor de chemische hormonen in de anticonceptiepil.
Aan de Brugh kent die sociaal-psychologische literatuur klaarblijkelijk wel. Goed van hem! Vervolgens wijdt hij er zeven alinea’s aan. Met daarin een opmerkelijk zinnetje, dat er voor zover bekend geen langdurig onderzoek naar de angsten en percepties van mensen voor chemische risico’s bestaat. Dit betekent natuurlijk dat ik best wel eens gelijk kan hebben met mijn hypothese dat door de meetrevolutie de chemofobie is toegenomen, maar vreemd genoeg trekt Aan de Brugh die conclusie niet. Verder lijkt het me sterk dat deze sociaal-psychologen iets afweten van de uitzonderlijke vooruitgang in het meten van chemische stoffen, die ik in mijn boek tot ‘meetrevolutie’ bestempel.
Tenslotte, eerlijk is eerlijk, Aan de Brugh attendeerde me op een feitelijke fout die er in mijn boek staat. Op pagina 119 schrijf ik dat twee journalisten die op 14 juli 2023 een lang artikel over PFAS schreven geen natuurwetenschappelijke achtergrond zouden hebben. Dat klopt niet en dat zal ik dan ook corrigeren in de vierde druk die hopelijk binnenkort zal verschijnen.
Nieuw boek
Op 4 oktober 2024 vond in het theater van boekhandel Donner in Rotterdam de presentatie van mijn boek ‘Paniek om niets’ plaats. Simon Dikker Hupkes, redacteur van uitgeverij Atlas Contact, hield een inleidende toespraak over het ontstaan van het boek. Ikzelf vertelde waar het over gaat, de meetrevolutie.
Daarna bood ik het eerste exemplaar aan aan toxicoloog Aalt Bast, emeritus hoogleraar in Maastricht en voormalig voorzitter van de Nederlandse toxicologen-vereniging. Bast – die mijn boek heeft meegelezen – hield vervolgens een toespraak over Paracelsus, aan wie het boek is opgedragen, en over ‘gif’ en ‘natuurlijk’.
Tot slot hield Dap Hartmann, astronoom en eveneens meelezer, een toespraak over het boek en de auteur. Na afloop werden er boeken gesigneerd.
Piet Hein lezing
Op vrijdagavond 7 juni 2024 geef ik een lezing (ouderwets, zonder powerpoint) over Piet Hein in de Oude Kerk in Delft, waar ook de Marinierskapel optreedt. Dit alles om de restauratie van het grafmonument van Piet Hein mogelijk te maken.
Vrije geesten
Op zaterdag 6 april werd in boekhandel Donner (Rotterdam) ‘Vrijheidsvuur‘ gepresenteerd. Daarin interviewt Hans van Willigenburg (‘de stille zigeuner van de schrijvende journalistiek’) zeventien ‘vrije geesten’ zoals Esther van Fenema, Pieter Waterdrinker, Arnon Grunberg, Sylvain Ephimenco en mijzelf. Bij de presentatie van het boek interviewde Hans van Willigenburg mij op het podium.
Media
Marcia Luyten, columniste van de Volkskrant, twittert: lees het boek van Simon Rozendaal over Piet Hein.
De directeur van de Oude Jan ‘jat’ mijn opmerking dat PH woke was.
Op GeenStijl interviewde Arthur van Amerongen me over activistische journalisten, wat er na corona komt, Katendrecht en de overdreven angst voor minieme chemische risico’s.
In 2019 kwam mijn boek ‘Warme aarde, koel hoofd’ uit. Ter gelegenheid daarvan was er in het tv-programma Buitenhof een debat tussen mij en Diederik Samsom.
Marianne Zwagerman, columniste (en voormalig directeur) van de Telegraaf veranderde haar mening over Tata Steel n.a.v. mijn ‘briljante’ column in EW.
Waarop Karin den Heijer, leraar scheikunde op het Erasmiaans gymnasium schreef dat ze door mijn boeken en artikelen veranderd is van ‘bange milieuactivist tot vooruitgangsoptimist’.
In Metro van 8 juni 2023 werd ik samen met Maarten van Rossem en Julia Wouters geïnterviewd over de klimaatactiegroep Extinction Rebellion.
De tiende D.G. van Beuningenlezing die ik op 27 maart 2023 mocht uitspreken op de ss Rotterdam is geplaatst op de website van EW en AD. Daarnaast heeft AD het ook in de papieren krant gepubliceerd.
Column Ronald Plasterk in De Telegraaf van 23 maart 2023: ‘Je zou hopen dat de kritische Nederlandse omroep regelmatig fysicus Arnout Plasterk of chemicus Simon Rozendaal uitnodigt om uit te leggen hoe het echt zit.’
November 2022: Onlangs is mij een zeldzame eer ten deel gevallen. Schrijver en columnist Sander Schimmelpenninck schold me op Twitter uit voor ‘Prostaatpopulist’ en ‘guur rechts‘ .
In de NRC van 10-11-2022 reageert columniste Aylin Bilic op het meningsverschil tussen Ed Nijpels en mijzelf in de uitzending van WNL Op Zondag van 6 november.
Zondag 6 november 2022 was ik te gast bij WNL Op Zondag en mocht daar de stelling verdedigen dat Nederland te weinig vaart maakt met kernenergie.
Op 6 oktober 2022 werd ik voor TPO (The Post Online) geïnterviewd door Hans van Willigenburg.
28 juli 2022 werd ik geïnterviewd door Laurens Bluekens voor het Metro panel met de stelling ‘Nederland moet sterker inzetten op kernenergie’.
In NRC Handelsblad van 8 maart 2022 stond een artikel over de verslaggeving in NRC Handelsblad over de klimaatproblemen. Verslaggever Gijsbert van Es wijst er op dat ik in 1977 de allereerste was.
nrc-handelsblad-20220308-4600724-klimaatverandering-sinds-1977Op 12 januari 2022 had de Volkskrant een in memoriam voor Olaf Schuiling, die enkele weken eerder op 89-jarige leeftijd was overleden. Voor die necrologie werd ik geïnterviewd, omdat ik Schuiling in 2005 uitgebreid interviewde voor Elsevier. Dat interview is te vinden in mijn bundels ‘Gesprekken met grote geleerden‘ en ‘Vertrouwen in de wetenschap‘.
Op de NRC website van 10 januari 2022 gaat Gijsbert van Es in het archief na wanneer in NRC Handelsblad voor het eerst over klimaatverandering dan wel het broeikaseffect is geschreven en komt tot de conclusie dat ik in 1977 de eerste was.
In EW week 1 2022 reageer ik op de Huizinga-lezing over een ‘klimaatcatastrofe’ van de Belgische cultuurhistoricus en schrijver David Van Reybrouck.
Op radio 1 werd ik op 6 januari 2022 geïnterviewd over de verschillen en overeenkomsten tussen de aidspandemie van dertig jaar geleden en corona nu.
In het Kerstnummer van EW week 50 2021 brengt Gerry van der List een ode aan de natuurwetenschap, als ‘aartsengel van de vooruitgang’. Hij noemt enkele auteurs die daar aandacht aan schenken, onder wie ondergetekende: ‘Dat pessimisme vaak feitenvrij is, blijkt ook uit informatieve publicaties als Het Grote Goed Nieuws Boek en Alles wordt beter! van Simon Rozendaal. In zijn columns in EW toont de wetenschapsjournalist aan dat doemdenkers uit het verleden, zoals de Club van Rome, geregeld te hard de noodklok hebben geluid. Dit besef gaat bij hem gepaard met een rationeel vertrouwen in de inventiviteit van wetenschappers om moderne problemen, zoals de opwarming van de aarde, te lijf te gaan.’
In Nieuwe Revu van week 48 2021 word ik geïnterviewd door Laurens Bluekens over o.a. het klimaatprobleem, kernenergie en biologisch voedsel.
Op de website van de onlinekrant Metro gaf ik op 11 november 2021 samen met klimaatpsycholoog Gerdien de Vries en klimaatonderzoeker Detlef van Vuuren antwoord op de vraag of Nederland genoeg doet om de opwarming van de aarde te beperken.
Op 30 oktober mocht ik bij WNL op Radio 1 (vanaf minuut 9) wat zeggen over de klimaattop in Glasgow.
In journalistenvakblad Villamedia worden enkele ‘klimaatjournalisten’ onder wie ik zelf geïnterviewd over de klimaatverslaggeving: is het terecht om woorden als ‘klimaatcrisis’ te gebruiken?
In EW kom ik aan het woord bij het overlijden van journalist Aad Wagenaar.
D.G. van Beuningenlezing 2023
Op 27 maart 2023 gaf ik de tiende D.G. van Beuningenlezing op de SS Rotterdam in Rotterdam-Katendrecht. De titel: Alles stroomt – Rotterdam en de energietransitie.
Hieronder enkele foto’s van het evenement.
Alles stroomt!
Op donderdag 23 maart overhandigde Jos Exler, directeur van Uitgeverij Donker, mij het eerste exemplaar van het boek ‘Alles stroomt – Rotterdam en de energietransitie’. Dit boek begeleidt de tiende D.G. van Beuningenlezing die ik op 27 maart mocht uitspreken op de ss Rotterdam.
WPSA Vijfde Romijn lezing
Op donderdag 29 september 2022 was ik voorzitter van de vijfde Romijn lezing in Nieuwspoort in Den Haag, met als titel: ‘Is er over een aantal jaren nog gekakel op het platteland’, over de toekomst van de pluimveesector, rekening houdend met de klimaat- en de stikstofcrisis.