Mijn columns op de website van EW zijn helaas slechts toegankelijk voor abonnees, maar u kunt natuurlijk ook het weekblad in de winkel kopen.
Op Netflix draait nu de documentaire Meltdown, over het ongeluk met de Three Mile Island-kerncentrale in Middletown, nabij Harrisburg. Ik bekeek de serie en waande me terug in het lieflijke stadje, waar ik in 1979 als verslaggever was. Toen werden de risico’s van kernenergie zwaar overdreven en 43 jaar later is het nog steeds zo. Lees mijn tweeëntwintigste column.
In het gesomber over opwarming, verlies van biodiversiteit en de oorlog in Oekraïne raakt soms het perspectief verloren. Dat het nu tamelijk droog is, komt mede omdat de luchtvervuiling vrijwel verdwenen is. Verder gaat het goed met de ijsbeer, is de kindersterfte bijna weg en holt de medische vooruitgang maar door. Honderdjarigen bevestigen dat alles (nou ja, bijna alles) steeds beter wordt, schrijf ik in mijn eenentwintigste column.
Geen enkel land voldoet aan de normen voor luchtkwaliteit, mopperde onlangs de Wereldgezondheidsorganisatie. Ja, logisch. De vervuiling blijft (in rijke landen) voortdurend dalen, maar omdat de normen voortdurend worden aangescherpt, lijkt het alsof de groene ellende behouden blijft, schrijf ik in mijn achttiende column.
De aarde warmt op, jawel, en doet dat meer bij de polen (vooral de Noordpool) dan in de tropen. Wat de vraag oproept waarom er dan toch zo veel dramatische reportages over opwarming vanuit de tropen in de media verschijnen, vraag ik me af in mijn zestiende column.
Dat kernafval eeuwig gevaarlijk blijft, komt uit de koker van Greenpeace. Zelfs goede kranten (met wetenschapsredacties) nemen het klakkeloos over, schrijf ik in mijn dertiende column.
Door de oorlog in Oekraïne wordt duidelijk wat belangrijk is en wat niet: aan de hand van Poetin dalen we de zogeheten piramide van Maslow af. Zo lijkt de roep om een paar plukjes schrale en stikstofarme natuur in het licht van wat er in onze achtertuin gebeurt opeens een luxe, bijna frivole behoefte, schrijf ik in mijn twaalfde column.
Het rapport van de Club van Rome verscheen vijftig jaar geleden, ging over de grenzen aan de groei en heeft een bijkans mythische status gekregen. Ik kocht het in 1973, herlas het nu en was zwaar teleurgesteld: kromme zinnen, bizarre grafieken, veel poeha. En dat we zorgvuldig met onze leefomgeving moeten omgaan, was destijds al lang bekend. Lees mijn elfde column.


Naar aanleiding van de prachtige tentoonstelling over Albert Cuyp in het Dordrechts Museum realiseerde ik me dat ze in de hele wereld van Nederlandse koeien houden maar in eigen land niet. Hier groeit het leger koehaters. De Nederlandse stikstofregels zijn strenger dan waar ook in Europa. Geen rekening wordt gehouden met het feit dat Nederland een dichtbevolkt land is dat burgers in andere landen van voedsel voorziet. Het is dus helemaal niet erg dat wij iets minder natuur hebben dan andere landen, schrijf ik in mijn achtste column.
Kernenergie heeft veel nadelen. De straling, het kernafval, je kunt er wapens mee maken, de bouwtijd is lang, het is aan de prijs. Nee, het atoom is niet bepaald moeders mooiste. Toch is het de beste, schoonste, goedkoopste en duurzaamste energiebron die we hebben, betoog ik in mijn zevende column, waar ik uitleg waarom ik al meer dan veertig jaar een (lauwwarm) voorstander van kernenergie is.
Nederland geeft 25 miljard uit om de groei van bramen en de bochtige smele te voorkomen. Dat terwijl de concentratie van dat vreselijke stikstof in 1990 tweeëneenhalf maal zo erg was. Klaarblijkelijk kan onze natuur wel een stootje hebben, schrijf ik in mijn vijfde column.
Het kabinet luistert gelukkig naar de wetenschap, maar verliest soms het overzicht, zo bleek tijdens de pandemie. Historicus Mark Rutte is zichtbaar onder de indruk van echte bèta’s, heeft er dan ook drie in zijn kabinet opgenomen en geeft zestig miljard aan de ministers van Stikstof en van Koolstof. Een beetje veel, schrijf ik in mijn vierde column.
Het water in Nederland is inmiddels zo schoon dat de kroeskoppelikaan hier kan terugkeren, meldde NRC onlangs. Huh? Waarom hebben onze kwaliteitskranten de afgelopen jaren niet bericht dat zowel het water als de lucht in onze contreien spectaculair schoon zijn geworden, vraag ik me af in mijn derde column.
Bij de recente discussie over de Europese ‘groene taxonomie’ moesten kernenergie en aardgas door de hoepel springen. Waarom gaat iedereen er voetstoots van uit dat zon, wind en oplaadpalen wél ‘groen’ en ‘duurzaam’ zijn, zo vraag ik me af in mijn tweede column.
In Rotterdam voert een wethouder van GroenLinks in naam van de strijd tegen luchtvervuiling een verkeersexperiment uit dat de files en de luchtvervuiling in de hele stad vergroot. Het past bij de hypocrisie van de partij: tegen de auto ook als die al lang schoon is, tegen kernenergie ook als dat de meest klimaatvriendelijke energiebron is, schrijf ik in mijn eerste column.